HOME  / ONLINE PRODUCTENNextendum Nieuws / Nieuwsbericht

Lessen uit de tuchtrechtspraak V

Deze week attenderen wij u op twee tuchtzaken waarbij het beginsel van integriteit en artikel 6 van de VGBA aan de orde komt. Wij geven advies om te voorkomen dat u in eenzelfde situatie terechtkomt.

Casus 1

De betrokken accountant is bij het accountantskantoor het aanspreekpunt voor een DGA en de door hem beheerste rechtspersonen. Daarnaast geeft de betrokken accountant sturing aan het team dat belast is met de controle van de jaarrekeningen van deze BV’s.

Het openbaar ministerie (OM) heeft een aantal klachten tegen de betrokken accountant. Eén van de klachten is dat de betrokken accountant, ten behoeve van een boekenonderzoek door de Belastingdienst, factuurspecificaties van het accountantskantoor aan één van de BV’s heeft aangepast. Dit met als doel de werkelijke aard van de werkzaamheden van het accountantskantoor ten behoeve van deze BV’s verborgen te houden voor de fiscus.

De betrokken accountant erkent in zijn verweerschrift en ter zitting dat hij de betreffende facturen heeft aangepast. De betrokken accountant stelt dat hij dit heeft gedaan op verzoek van de financieel directeur en de DGA van de BV en op aandrang van zijn collega-fiscalist. Daarnaast stelt hij dat hij, voordat hij de aanpassingen heeft aangebracht, heeft overlegd met partners van het accountantskantoor. Deze zouden hebben aangegeven dat hij aan het verzoek gehoor mocht geven.

Oordeel van de accountantskamer

Het aanpassen van de facturen c.q. factuurspecificaties levert hoe dan ook strijd op met het fundamentele beginsel van integriteit, ongeacht met welk doel dit is gedaan. Dit beginsel vergt immers van een accountant dat hij eerlijk en oprecht optreedt.

Casus 2

Een vereniging is onderwerp van onderzoek van een TV-programma van C. In een uitzending is aandacht aan de vereniging besteed. E en F hebben een artikel geplaatst op de website ‘G’ onder de titel ‘H’.

De betrokken accountant Y heeft begin oktober telefonisch bij de vereniging nagevraagd waarom leden geen toegang hadden tot de jaarstukken. Tevens heeft zij gevraagd naar de jaarrekening van de vereniging. Half oktober heeft Y zich ingeschreven als lid van de vereniging met E als partnerlid. E (journalist) is geen partner van betrokkene.

C heeft aan de vereniging een vragenlijst gezonden. Het betreft een Word-document waarin zichtbaar is dat onder andere Y op 25 oktober bij die vragenlijst opmerkingen heeft gemaakt.

Op 30 oktober heeft de vereniging een e-mail verzonden aan F van C (met CC aan onder andere E). Hierin is onder meer opgenomen: Wij begrijpen dat u Y onderzoek heeft laten doen.

Op 9 november heeft Y een afspraak voor inzage in de jaarrekening op het kantoor van de vereniging.

Y verklaart op de zitting dat zij:

– omdat zij accountant is, in contact is gebracht met in ieder geval één lid en één ex-lid van de vereniging;

– namens deze leden contact heeft gezocht met de vereniging;

– E heeft geadviseerd om lid te worden, omdat  een journalist anders wordt behandeld dan een lid en een lid beter wordt geïnformeerd.

De Accountantskamer stelt vast dat Y:

–  is aangezocht als accountant om het onderzoek te ondersteunen en dat zij in haar rol van accountant contact heeft gezocht met de vereniging, zonder haar hoedanigheid (van accountant) te vermelden;

– lid is geworden van de vereniging om zodoende inzage te krijgen in de jaarrekening van de vereniging en dat zij daarbij heeft doen voorkomen dat zijzelf persoonlijk in de jaarrekening geïnteresseerd was, terwijl zij de jaarrekening in het kader van haar accountantswerkzaamheden voor anderen wilde inzien;

– journalist E bewust partnerlid van de vereniging heeft gemaakt om haar toegang te geven tot bepaalde gegevens van de vereniging, terwijl E niet haar partner was.

Oordeel van de accountantskamer

Een accountant die, betaald of onbetaald, een professionele dienst voor iemand verricht en in die hoedanigheid contact zoekt met een ander en deze vraagt om informatie, dient zich vanaf het eerste contact als accountant kenbaar te maken. Degenen met wie hij of zij contact zoekt, kan daar dan adequaat op reageren. Y heeft zich, al dan niet opzettelijk, niet kenbaar gemaakt als accountant.

Y heeft oneigenlijk gehandeld door op persoonlijke titel lid van de vereniging te worden en op persoonlijke titel inzage in de jaarrekening en de daarvoor vereiste toegang tot het kantoor te vragen.

Y heeft oneigenlijk gehandeld door journalist E in te laten schrijven als haar partner.

Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft Y niet eerlijk en oprecht opgetreden. Y heeft daarmee het fundamentele beginsel van integriteit geschonden en krijgt een berisping opgelegd.

Adviezen

– Houd je rug recht en geef niet toe aan verzoeken van klanten die frauduleus zijn;

– Wees open over uw rol als u als accountant optreedt namens uw klant;

– Maak geen oneigenlijk gebruik van mogelijkheden bij het verzamelen van informatie.

D.G. (Dick) Lokerse AA
adviseur vaktechniek accountancy

06 20 93 33 87
d.lokerse@extendum.nl

iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken