HOME  / ONLINE PRODUCTENNextendum Nieuws / Nieuwsbericht

Handreiking voor uitvoering Regeling Vervroegde Uittreding (RVU)

26-05-2021 | Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Stichting van de Arbeid publiceerden begin dit jaar een handreiking voor de uitvoering van regelingen voor vervroegd uittreden. Het document bevat handvatten voor de uitvoering van de tijdelijke mogelijkheid om regelingen voor vervroegd uittreden (RVU’s) af te spreken zonder RVU-heffing. Wat kan dit voor u als werkgever betekenen?

Geen eindheffing werkgever

Met ingang van 1 januari 2021 is er iets veranderd in de loonheffing dat belangrijke gevolgen heeft voor regelingen voor vervroegd uittreden (RVU’s). Tussen 1 januari 2021 en 31 december 2025 mogen werkgevers aan oudere werknemers, die 36 maanden of minder van hun AOW-leeftijd zijn verwijderd, uitkeringen uit hoofde van een RVU doen van ten hoogste € 22.164,- per jaar (bedrag 2021), zonder dat hierover een pseudo-eindheffing (hierna: RVU-heffing) hoeft te worden betaald.

Het is voor het eerst sinds de introductie van de RVU-heffing ruim 15 jaar geleden dat werkgevers weer RVU’s kunnen aanbieden zonder dat die worden belast met 52% RVU-heffing.

Voor wie bestemd?

De handreiking is bedoeld voor werkgevers en werknemers die gebruik willen maken van de tijdelijke mogelijkheid om RVU’s af te spreken zonder RVU-heffing. Het is informatief van karakter en biedt praktische handvatten voor de werkgever. Aan de orde komen onder andere:

  • de achtergrond en voorwaarden van de RVU-drempelvrijstelling
  • de vormgeving van een RVU-ontslag
  • de wijze en wenselijkheid van maandelijkse uitbetaling
  • de uitvoering van een RVU door een sociaal fonds
  • de subsidies voor RVU’s via de subsidieregeling MDIEU
  • de drempelvrijstelling RVU-heffing

Achtergrond Regeling Vervroegde Uittreding (RVU)

In het Pensioenakkoord tussen kabinet en sociale partners uit 2019 is afgesproken dat RVU’s van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 onder voorwaarden niet belast worden met een RVU-heffing van 52%. In de Wet op de loonbelasting 1964 is daarvoor een drempelvrijstelling opgenomen.

De handreiking gaat alleen over de RVU’s die tot voor kort belast waren met 52% RVU-heffing en met ingang van 2021 niet meer; hier doen zich immers de nieuwe mogelijkheden en nieuwe vragen voor. Er zijn ook andere wegen om eerder uit te treden; bijvoorbeeld door gedeeltelijk te stoppen met werken en gebruik te maken van zogenaamde generatiepactregelingen. Dergelijke afspraken waren echter ook voor 2021 al mogelijk zonder RVU-heffing, en vormen niet het onderwerp van deze handreiking. Generatiepacten komen ook niet in aanmerking voor de MDIEU-subsidie.

Voorwaarden Regeling Vervroegde Uittreding (RVU)

Om (geheel) onder de RVU-drempelvrijstelling te vallen, dient een Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) aan drie voorwaarden te voldoen.

Voorwaarde 1: Maximaal drie jaar voor wettelijke AOW-leeftijd

De RVU-drempelvrijstelling kan worden toegepast vanaf het moment dat de werknemer niet meer dan 36 maanden verwijderd is van de voor hem of haar geldende AOW-leeftijd. Als de RVU voor een langere periode wordt afgesproken, geldt de fiscale vrijstelling niet voor uitkeringen die worden gedaan in de maanden die vóór deze 36 maanden liggen. Over die eerdere maanden is de werkgever dus wel een RVU-heffing van 52% verschuldigd.

Voorwaarde 2: Hoogte RVU is maximaal gelijk aan RVU-drempelvrijstelling

Voor zover de afgesproken RVU-uitkering gelijk is aan of lager is dan het drempelbedrag, geldt de volledige vrijstelling van de RVU-heffing. In 2021 komt dit neer op een RVU-drempelvrijstelling van € 1.847 bruto per maand (€ 22.164 bruto per jaar) voor maximaal 36 maanden. De hoogte van de totale (cumulatieve) RVU-drempelvrijstelling hangt af van de lengte van de periode tot de AOW-datum. Resteren er 36 maanden tot het bereiken van de AOW-leeftijd, dan is de RVU-drempelvrijstelling €1.847 maal 36. Resteert er nog maar één maand tot de AOW, dan is de RVU-drempelvrijstelling eenmaal €1.847.

Voorwaarde 3: Drempelvrijstelling geldt voor de jaren 2021 – 2025, met uitloopperiode

De RVU-vrijstelling geldt alleen voor uitkeringen aan werknemers die in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 maximaal 36 maanden van hun wettelijke AOW-leeftijd verwijderd zijn. Er is een uitloopperiode van 3 jaar; als uiterlijk op 31 december 2025 een Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) wordt overeengekomen met een werknemer die uiterlijk op 31 december 2028 de AOW-leeftijd bereikt, dan kan tot en met 31 december 2028 de RVU-drempelvrijstelling worden toegepast op die RVU.

Vormgeving en wijze van uitkering

De werkgever kan op drie manieren de RVU-uitkering betalen.

  1. Het inschakelen van een derde partij. De werkgever kan in één keer het bedrag voor de gehele periode afstorten bij de derde partij, die het op zijn beurt maandelijks uitbetaalt aan de ex-werknemer.
  2. De werkgever betaalt periodiek aan de derde partij die het op zijn beurt weer maandelijks uitbetaalt.
  3. De werkgever betaalt zelf maandelijks de RVU-uitkeringen direct aan de ex-werknemer. Het is dan belangrijk dat de werkgever de financiering hiervan zeker stelt.

Degene die een RVU-uitkering betaalt, wordt inhoudingsplichtig voor de loonheffingen.

 Tips voor de werkgever

De handreiking biedt een aantal mogelijkheden voor vervroegde uittreding van werknemers. Hierbij een aantal tips:

  • Tip 1: In beginsel biedt de RVU-regeling dus een einddatum van 31 december 2028. Begin tijdig met voorbereidingen om uw personeelsbestand te ‘verjongen’.
  • Tip 2 : Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat de RVU-uitkering meestijgt met de jaarlijkse herziening van de RVU-drempelvrijstelling.
  • Tip 3: Het is mogelijk een RVU-uitkering overeen te komen met een uitkeringshoogte die lager is dan het vrijgestelde bedrag en/of een uitkeringsduur van minder dan drie jaren.
  • Tip 4: Laat de hoogte van de RVU-uitkering afhangen van de deeltijdfactor van de werknemer. Een aantal jaren voor pensioendatum afbouwen naar deeltijd biedt voor beide partijen de mogelijkheid om makkelijker tot een RVU te komen.  (Voor een deeltijdwerker mag overigens ook de maximale drempelvrijstelling worden gebruikt)
  • Tip 5: De pensioenlasten stoppen bij aanvang van de RVU-uitkering. Het is eventueel mogelijk een eenmalige storting in de pensioenregeling van de werknemer te doen wanneer deze werknemer uit dienst treedt.  (op basis van inhaal- en inkoopbesluit pensioen)
  • Tip 6: Neem contact op met Extendum Pensioen om te kijken of een RVU-regeling voor uw bedrijf of klantrelatie interessant is. Naast de RVU-regeling kunnen ook een generatiepactregelingen of combinaties  leiden tot kostenbesparingen en leeftijdsverlaging van uw personeelsbestand.

Eventuele subsidiemogelijkheden komen in dit artikel niet aan bod.

N.A.G. (Noach) van Beusekom MPLA/CFP®
pensioenadviseur

06 21 11 81 53
n.vanbeusekom@extendum.nl

iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken