HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Vermogensetikettering bij samenwerkingsverbanden
Zowel zakelijk als privé gebruik
Indien een ondernemer goederen aanschaft die zowel in het kader van de onderneming als in privé worden gebruikt, moet voor de belastingheffing vastgesteld worden of die goederen behoren tot het ondernemingsvermogen of het privévermogen. Deze vaststelling dient zowel voor de heffing van inkomstenbelasting als voor de heffing van omzetbelasting te worden gedaan.
Hoofdregel
Een goed dat zowel zakelijk als privé wordt gebruikt, is, zoals dat fiscaal wordt genoemd, in gemengd gebruik. Als hoofdregel geldt dat een goed dat gemengd wordt gebruikt, behoort tot het zogenoemde keuzevermogen. De ondernemer moet zelf de keuze maken voor ondernemingsvermogen of privévermogen.
Verplicht ondernemingsvermogen
Slechts in gevallen waarin het privé- dan wel zakelijk gebruik van geringe omvang is, is sprake van verplicht ondernemings- of privévermogen.
Inkomstenbelasting en omzetbelasting
Een ondernemer kan voor de heffing van inkomstenbelasting een andere keuze maken dan voor de heffing van omzetbelasting. De wijze waarop de keuze kenbaar wordt gemaakt, is voor beide belastingen eveneens verschillend.
Voor de heffing van inkomstenbelasting blijkt de keuze uit het wel of niet opnemen van het goed op de balans van de onderneming. Voor de heffing van omzetbelasting blijkt de keuze doorgaans uit het wel of niet als voorbelasting claimen van de bij aankoop in rekening gebrachte omzetbelasting.
Samenwerkingsverband
Het voorgaande leidt bij ondernemers met een eenmanszaak over het algemeen niet tot grote problemen. Dit is anders in het geval waarin meerdere personen voor gezamenlijke rekening een onderneming drijven via een samenwerkingsverband, zoals de maatschap of een vennootschap onder firma.
Samenwerkingsverband en inkomstenbelasting
Voor de heffing van inkomstenbelasting wordt het samenwerkingsverband als transparant beschouwd en worden de partners in het samenwerkingsverband zelfstandig in de belastingheffing betrokken alsof zij een eenmanszaak hebben. Die eenmanszaak bestaat dan uit de gerechtigdheid die de belastingplichtige in het samenwerkingsverband heeft.
Samenwerkingsverband en omzetbelasting
Voor de heffing van omzetbelasting is het echter het samenwerkingsverband dat als ondernemer kwalificeert. Een samenwerkingsverband heeft echter (nog) geen rechtspersoonlijkheid. Het samenwerkingsverband kan daardoor geen eigendom verwerven. Het zijn in dat geval de partners in het samenwerkingsverband die de goederen juridisch in eigendom verwerven. Er moet dan worden onderzocht of de aankoop van het desbetreffende goed door de partners in het samenwerkingsverband in privé is gedaan en daarna in gebruik gegeven aan het samenwerkingsverband of dat de aankoop door de partners is gedaan ten behoeve en voor rekening van het samenwerkingsverband. Het goed wordt dan als het ware ingebracht in de onderneming die door en voor rekening van het samenwerkingsverband wordt gedreven.
Duidelijkheid privé gebruik
Het blijkt dat in gevallen waarin sprake is van aankoop van een onroerende zaak door partners in een samenwerkingsverband verschillende standpunten worden ingenomen. In cassatie heeft de Advocaat Generaal (AG) de Hoge Raad gevraagd om hier bij zijn uitspraak meer duidelijkheid over te verschaffen.
Deze casus betreft een echtpaar dat in gemeenschap van goederen is gehuwd en een zogenoemde man/vrouw-firma is aangegaan. Het echtpaar heeft een nieuwe woning laten bouwen waarin ook een zakelijk te gebruiken deel is opgenomen. Het echtpaar heeft de ter zake van de nieuwbouw in rekening gebrachte omzetbelasting bij de vof als voorbelasting in aftrek gebracht. De vof heeft echter geen omzetbelasting afgedragen vanwege het privégebruik van de woning.
De AG komt tot de conclusie dat afdracht van omzetbelasting vanwege het privégebruik slechts aan de orde is als het pand tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend. Alleen dan kan de woning immers door de vof ter beschikking worden gesteld aan de partners in privé. In de voorliggende zaak liggen de feiten echter zodanig dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het pand tot het privévermogen moet worden gerekend. Voor de heffing van omzetbelasting gaat het dan om het antwoord op de vraag wie de macht heeft om als eigenaar over het pand te beschikken.
Uitgaande van deze vaststelling kan dan ter zake van het privégebruik geen omzetbelasting verschuldigd zijn. Wel is in dat geval de bij aankoop in rekening gebrachte omzetbelasting ten onrechte door de vof als voordruk geclaimd. Die fout kan echter door de belastingdienst slechts worden gecorrigeerd indien de voordruk is geclaimd bij een aangifte die korter dan vijf kalenderjaren geleden is ingediend.
Bron: Conclusie AG-Ettema, 20 augustus 2020, ECLI:NL:PHR:2020:718
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken