HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) aangenomen
Op 6 oktober heeft de Eerste Kamer de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) aangenomen. Het is de verwachting dat deze wet voor het einde van het jaar nog wordt ingevoerd. Deze wet is een uitvoering van het wetgevingstraject ‘Herijking Faillissementsrecht’ en stond lang bekend onder de naam Wet Continuïteit Ondernemingen II. Na 8 jaar is de WHOA dan nu definitief.
Doel van de WHOA is het aantal faillissementen te verminderen en werkgelegenheid te behouden. Dit wordt bereikt doordat een bedrijf – dat in de kern levensvatbaar is – haar schulden kan saneren via een dwangakkoord.
Nieuw hierbij is dat schuldeisers zelfs tegen hun wil in gedwongen kunnen worden in te stemmen met een voorstel tot herschikking van de schulden.
De wet gebruikt hiervoor het uitgangspunt dat de onderneming aan de crediteuren een voorstel tot sanering van de schulden doet, waarbij uitgegaan wordt van een indeling van crediteuren in zogenaamde klassen. Per klasse dienen de crediteuren over het voorstel te stemmen. Indien het voorstel aan een aantal voorwaarden voldoet kan via de rechter – als een onderhands akkoord niet mogelijk blijkt – afgedwongen worden dat alle crediteuren van een groep instemmen. Deze voorwaarden zijn, dat:
- zonder akkoord een faillissement feitelijk onafwendbaar is.
- het akkoord haalbaar is.
- een klasse crediteur met 2/3 van de waarde van de schulden moet instemmen met het akkoord.
- geen van de klassen in een slechtere positie komt als welke zij zou hebben gehad bij een faillissement.
- de ‘waarde’ van het akkoord evenwichtig tussen de crediteuren verdeeld moet worden (er moet sprake zijn van een evenredige verdeling van de middelen onder de schuldeisers).
De wet kent enkele anti-misbruik bepalingen die voor de rechter reden kunnen zijn het akkoord niet te homologeren. Voor kleine ondernemers en banken gelden daarbij aparte regels waarbij de belangrijkste is dat kleine mkb’ers minimaal 20% van hun vordering betaald krijgen.
Er bestaan nog wel enkele onduidelijkheden, één daarvan is de positie van de belastingdienst. Volgens de minister houdt de belastingdienst haar preferente positie. Bekend is dat de belastingdienst genegen is in stemmen met een vrijwillig akkoord als zij minimaal het dubbele percentage krijgt in relatie tot de andere crediteuren.
Dat zou in dit geval betekenen dat de belastingdienst minimaal 40% zou moeten ontvangen. Vraag is of dat een haalbare situatie is. Op dit onderdeel is het dus nog even wachten.
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken