Wet Kwaliteitsborging in de bouw (WKB)
per 1 januari 2024 (deels) in werking

Op 1 januari 2024 veranderen onder meer de regels rondom aanneming van werk. Als gevolg van de inwerkingtreding van de WKB – in samenhang met de invoering van de nieuwe omgevingswet – verandert niet alleen het publieke toezicht op de bouw, maar worden ook bepalingen in de regelgeving van aanneming van werk in het Burgerlijk Wetboek (BW) aangescherpt en aangevuld.

Dit is met name van belang voor particuliere opdrachtgevers, waar het gaat om kleinere verbouwingen en onderhoudswerkzaamheden. De positie van de particuliere opdrachtgever wordt versterkt en van de aannemers wordt nu meer verwacht.

Aanneming van werk

In het BW is aanneming van werk omschreven als ‘de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld’. De nieuwe aangescherpte bepalingen zijn ook van toepassingen op de kleine (zzp) aannemers.

De wijzigingen

De wijzigingen zien onder andere op de verplichting van een schriftelijke, ondubbelzinnige en tijdige waarschuwing door de aannemer voor eventuele fouten in het ontwerp, opdracht of tekeningen van de opdrachtgever en wat de gevolgen daarvan zijn. Ook heeft de aannemer de plicht om de opdrachtgever te informeren dat de aannemer verzekerd is voor faillissement en eventuele schade. Met andere woorden; de aannemer is financieel gewaarborgd, bijvoorbeeld door een verzekering.

De aannemer dient in het vervolg ook bij de oplevering van het werk een opleverdossier samen te stellen ten aanzien van het tot stand gebrachte bouwwerk, waarin wordt verklaard dat de werkzaamheden volgens de regels van goed en deugdelijk werk en conform de gesloten overeenkomst zijn nagekomen. Garantiebepalingen en aanwijzingen voor gebruik en onderhoud moeten daaraan worden toegevoegd.

Aansprakelijkheid aannemer

Voorts is de bepaling van de aansprakelijkheid van de aannemer aangescherpt, voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Dit is dwingend recht bij consumenten. Bovendien wordt de zogenaamde 5% regeling voor het in depot gegeven deel, als zekerheid voor een goede uitvoering van de oplevering van een in opdracht van een consument opdrachtgever nieuwbouwwoning, versterkt. De notaris mag dat deel pas aan de aannemer uitbetalen, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder het wijzen door aannemer op het opschortingsrecht van de opdrachtgever.

Invoering in fasen

De wet zal in fasen worden ingevoerd, deels onmiddellijk gelden voor lopende overeenkomsten en deels pas gaan gelden voor nieuwe opdrachten. In eerste instantie alleen voor bouwwerken in de laagste gevolgklasse. Dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden. Dat geeft alle betrokken partijen de kans om ervaring op te doen met de nieuwe werkwijze voor toezicht in de bouw. Ook is er overgangsrecht. Ten aanzien van de waarschuwingsplicht voor fouten in ontwerp etc. en het opleverdossier is dit al van toepassing op lopende dossiers!

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of opmerkingen, neemt u dan contact met ons op.